Twee figuren zijn gelijkvormig als de hoeken van die 2 figuren even groot zijn en alle overeenkomstige lengtes eenzelfde verhouding hebben.
Als in een som wordt gezegd dat figuren gelijkvormig zijn kun je heel makkelijk zijden en hoeken berekenen.
Hieronder een paar voorbeelden. De puntjes geven aan welke hoeken even groot zijn (dezelfde kleur)
Op DEZE SITE staat alles heel uitgebreid beschreven met oefenvragen, hieronder staat een instructiefilmpje::
Geen opmerkingen:
Een reactie posten