woensdag 22 mei 2013

Omgekeerde pijlenketting (klas 1)


Je hebt in hoofdstuk 8 en 11 geleerd om te werken met een pijlenketting. Je vulde een begingetal in en berekende zo het eindgetal. Zoals hier::
In discotheek "Harry" betaal je per drankje €1,50 en de entree is €4,-. De rekenpijl ziet er zo uit:


Als je wilt weten hoeveel je betaalt als je 3 drankjes hebt gedronken vul je 3 als begingetal in (aantal drankjes) en rekende je de som uit. Je betaalt dan 3 x 1,50 + 4 = 8,50, dus €8,50.


Nu gaan jullie leren hoe je moet rekenen als je het eindgetal weet (uitgegeven geld) en het begingetal wilt weten. Voorbeeld:

Henk heeft 10 euro opgemaakt, hoeveel drankjes heeft hij gehad?

Het uitgegeven geld is nu €10,- en je moet van rechts naar links rekenen om bij aantal drankjes uit te komen. 

Als je van rechts naar links rekent wordt alles tegenovergesteld, + wordt - en x wordt :


Uit de omgekeerde rekenpijl blijkt dat Henk 4 drankjes heeft gehad.

Zoals je net al zag wordt alles bij terug rekenen tegenovergesteld, hieronder een overzichtje:
  • Bij optellen (+) wordt terugrekenen aftrekken (-)
  • Bij aftrekken (-) wordt terugrekenen optellen (+)
  • Bij vermenigvuldigen (x) wordt terugrekenen delen (:)
  • Bij delen (:) wordt terugrekenen vermenigvuldigen (x)

Extra uitleg over omgekeerde rekenpijlen vind je HIER of HIER of HIER!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten