zondag 2 september 2012

Verbanden herkennen en maken

Hieronder zie je een overzicht van de meest voorkomende verbanden:: 


VerbandGrafiekFormuleBijzonderheden
LineairRechte lijnN=a .t+bToename met gelijke stapjes van t, dan ook toename met gelijke stapjes van N.
Of ook: eerste verandering is constant. Beter: de gemiddelde toename is constant. (a is de gemiddelde toename, b is de beginwaarde)
WortelVoorbeeld
N = a . √b. t + c
Denk aan het domein, een negatieve wortel kan namelijk niet.
KwadratischParaboolN=a . t2 +b . t+cTweede verandering is constant.
ExponentiëelvoorbeeldN=b . gtGroeifactor (g) per tijdseenheid is constant, b is de beginwaarde.
Omgekeerd evenredigHyperbool
(met de x- en y-as als asymptoten)
N=tc jk   of N . t = c Als t twee keer zo groot wordt, wordt N twee keer zo klein. N×t is constant (c)
HyperbolischhyperboolN=cta+bZie omgekeerd evenredig, maar dan verschoven (a naar rechts en bomhoog.


Hoe kun je, gegeven een tabel, weten over welk verband het gaat ?


  • Teken de grafiek of
  • Stel jezelf de volgende vragen:
    • Is het lineair ? (De gemiddelde toename moet constant zijn)
    • Zo nee, is het kwadratisch ? (De tweede verandering moet constant zijn)
    • Zo nee, is het omgekeerd evenredig. (Vermenigvuldig beide variabelen met elkaar)
    • Zo nee, is het exponentiëel ? (groeifactor is constant)
    • Zo nee, dan is het iets anders.....
Hoe kun je de formules vinden ?
  • Lineair verband. y = a·x + b. Zoek de getallen a en b.
    a is het hellingsgetal of richtingscoëfficient. Deze kun je vinden door de verandering van y te delen door de verandering van x.
    Onthouden:

    a=gemiddeldeverandering=xy

    (0,b) is het snijpunt met de y-as. Dus b kun je vinden als je kijkt naar de waarde van y als x = 0.
    Je kunt b ook vinden door een punt van de grafiek in te vullen.
  • Kwadratisch verband. y = a·x2 + b·x + c. Dit is lastiger. In ieder geval is (0,c) het snijpunt met de y-as. (Eventueel enkele waarden invullen)
  • Omgekeerd evenredig. x·y = c. De constante c kun je makkelijk vinden. Soms moet je formule herschrijven als y = c/x.
  • Exponentiëel verband. N = b·gt. De groeifactor (per tijdseenheid) kun je uitrekenen met de formule:

    g=oudnieuw

    b is de beginwaarde. Dus de waarde van N als t = 0.
    Soms kies je zelf een handig nulpunt. Niet vergeten dat dan apart te vermelden. 

Voorbeelden

Voorbeeld 1

tN
610
89,9
109,8
129,7
Over welk verband gaat het hier? Geef een passende formule.

Uitwerking

  • De eerste verandering is steeds -0,1. Dit is een lineair verband.
  • De formule is N = a·t + b. De richtingscoëfficient of hellingsgetal is -0,05. a =-0,05.
    Invullen van bijvoorbeeld t = 6 en N = 10 levert op:
    10 = -0,05·6 + b
    10 = -0,3 + b
    b = 10,3
    De formule is N = -0,05·t + 10,3

Voorbeeld 2

tN
65,5
76,6
87,92
99,5
Over welk verband gaat het hier? Geef een passende formule.

Uitwerking

  • Eerste verandering is NIET constant, dus NIET lineair...
  • Tweede verandering is OOK niet constant, dus NIET kwadratisch...
  • t·N is NIET constant, dus niet omgekeerd evenredig...
  • De groeifactor is (bij benadering) WEL constant...(ongeveer 1,2)
    We hebben hier te maken met een exponentiëel verband...
    De formule wordt N = b·gt
    g = 1,2
    b is de beginwaarde. De beginwaarde is de waarde van N voor t = 0
    Invullen van t=6 en N=5,5 levert:
    b·1,26=5,5
    b·2,9860=5,5
    b=5,5/2,9801,84
    De formule is N = 1,84·1,2t.
    (De beginwaarde kun je natuurlijk ook vinden door terug te rekenen)
Bron:: wiswijzer.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten