Verband | Grafiek | Formule | Bijzonderheden |
Lineair | Rechte lijn | N=a .t+b | Toename met gelijke stapjes van t, dan ook toename met gelijke stapjes van N. Of ook: eerste verandering is constant. Beter: de gemiddelde toename is constant. (a is de gemiddelde toename, b is de beginwaarde) |
Wortel | Voorbeeld | Denk aan het domein, een negatieve wortel kan namelijk niet. | |
Kwadratisch | Parabool | Tweede verandering is constant. | |
Exponentiëel | voorbeeld | Groeifactor (g) per tijdseenheid is constant, b is de beginwaarde. | |
Omgekeerd evenredig | Hyperbool (met de x- en y-as als asymptoten) | Als t twee keer zo groot wordt, wordt N twee keer zo klein. N×t is constant (c) | |
Hyperbolisch | hyperbool | Zie omgekeerd evenredig, maar dan verschoven (a naar rechts en bomhoog. |
Hoe kun je, gegeven een tabel, weten over welk verband het gaat ?
- Teken de grafiek of
- Stel jezelf de volgende vragen:
- Is het lineair ? (De gemiddelde toename moet constant zijn)
- Zo nee, is het kwadratisch ? (De tweede verandering moet constant zijn)
- Zo nee, is het omgekeerd evenredig. (Vermenigvuldig beide variabelen met elkaar)
- Zo nee, is het exponentiëel ? (groeifactor is constant)
- Zo nee, dan is het iets anders.....
Hoe kun je de formules vinden ?
- Lineair verband. y = a·x + b. Zoek de getallen a en b.
a is het hellingsgetal of richtingscoëfficient. Deze kun je vinden door de verandering van y te delen door de verandering van x.
Onthouden:a=gemiddeldeverandering=xy
(0,b) is het snijpunt met de y-as. Dus b kun je vinden als je kijkt naar de waarde van y als x = 0.
Je kunt b ook vinden door een punt van de grafiek in te vullen. - Kwadratisch verband. y = a·x2 + b·x + c. Dit is lastiger. In ieder geval is (0,c) het snijpunt met de y-as. (Eventueel enkele waarden invullen)
- Omgekeerd evenredig. x·y = c. De constante c kun je makkelijk vinden. Soms moet je formule herschrijven als y = c/x.
- Exponentiëel verband. N = b·gt. De groeifactor (per tijdseenheid) kun je uitrekenen met de formule:
g=oudnieuw
b is de beginwaarde. Dus de waarde van N als t = 0.
Soms kies je zelf een handig nulpunt. Niet vergeten dat dan apart te vermelden.
Voorbeelden
Voorbeeld 1
t | N |
6 | 10 |
8 | 9,9 |
10 | 9,8 |
12 | 9,7 |
Over welk verband gaat het hier? Geef een passende formule.
Uitwerking
- De eerste verandering is steeds -0,1. Dit is een lineair verband.
- De formule is N = a·t + b. De richtingscoëfficient of hellingsgetal is -0,05. a =-0,05.
Invullen van bijvoorbeeld t = 6 en N = 10 levert op:
10 = -0,05·6 + b
10 = -0,3 + b
b = 10,3
De formule is N = -0,05·t + 10,3
Voorbeeld 2
t | N |
6 | 5,5 |
7 | 6,6 |
8 | 7,92 |
9 | 9,5 |
Over welk verband gaat het hier? Geef een passende formule.
Uitwerking
- Eerste verandering is NIET constant, dus NIET lineair...
- Tweede verandering is OOK niet constant, dus NIET kwadratisch...
- t·N is NIET constant, dus niet omgekeerd evenredig...
- De groeifactor is (bij benadering) WEL constant...(ongeveer 1,2)
We hebben hier te maken met een exponentiëel verband...
De formule wordt N = b·gt
g = 1,2
b is de beginwaarde. De beginwaarde is de waarde van N voor t = 0
Invullen van t=6 en N=5,5 levert:
b·1,26=5,5
b·2,9860=5,5
b=5,5/2,9801,84
De formule is N = 1,84·1,2t.
(De beginwaarde kun je natuurlijk ook vinden door terug te rekenen)
Bron:: wiswijzer.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten